INDIERS

Print paginaVerhoog fontVerkleinen font

Hindoehelden

De Arham – vereniging voor historisch en militair archeologisch onderzoek – en de voorzitter van deze vereniging Dominique Faivre weten alles over de Indiase strijdkrachten uit de Eerste Wereldoorlog in het noorden van Frankrijk. Een aanwezigheid die duidelijke sporen naliet, tijdens de gevechten en in de legerkampen.

‘Kaki huid’, tulband om het hoofd, knotten en baarden, kukri’s. “Toen ik klein was, luisterde ik naar de verhalen van mijn grootmoeder uit Saint-Venan over de Indiërs”. Dominique laat zijn keuze vallen op het Indiase leger na talloze verhalen van de oudere generatie over de Hindoes. Tijdens een lang ziekteverlof in 2004 en 2005 verzamelt hij informatie en documenten en bestudeert hij de logboeken van de regimenten in Engeland. “Een hypercomplex onderwerp met een beroepsleger dat functioneert als het Britse leger, maar geconfronteerd is met een grote verscheidenheid aan culturen en religies”.

De historicus moet zich verdiepen in de culturen en gewoontes van de Sikhs, Gurkha’s, Balochs, Dogra’s, Garhwali’s, Pathans, Rajputs en Punjabi’s voordat hij zich werkelijk kan interesseren voor hun deelname aan de veldslagen. De eerste Indiase troepen zetten eind september 1914 voet aan wal in Marseille. In oktober trekken ze naar het noorden via het kamp van Cercottes bij Orléans. “De Indiërs arriveerden op de stations van Arques en Blendecques in de nacht van 19 op 20 oktober. De 47e Sikhs verbleven in de abdij van Wisques” vertelt Dominique. De Ferozepore Brigade vertrekt de 23e naar de loopgraven bij Mesen en wordt enkele dagen later onthaald op een eerste vuurdoop. Het Indiase legerkorps slinkt aanzienlijk tijdens de slagen bij Neuve-Chapelle (28 oktober en 2 november 1914 en van 10 tot en met 13 maart 1915), Festubert (23 en 24 november 1914, 16 mei 1915), Givenchy (19 tot en met 22 december 1914), Aubers (9 mei 1915), Moulin de Piètre (25 september 1915).

“Bloedbad, afslachting, moed, heldhaftigheid, verzucht Dominique Faivre. Tussen Fauquissart en Givenchy-lès-La-Bassée hebben ze het een jaar volgehouden in de modderige loopgraven. Bevroren voeten en longontstekingen. Darwan Singh Negi onderscheidt zich in Festubert voor het Victoria Cross – de hoogste Britse militaire onderscheiding – dat hem hem op 9 december in Saint-Omer door koning George V persoonlijk overhandigd wordt.”… (Download de pdf om meer te lezen).

« Arme Hindoes… »

In het boek ‘Mon devoir de Mémoire‘ (mijn herdenkingsplicht) dat in 1993 uitkwam, herinnert Paul Raoult, zoon van de schoolmeester van Saint-Floris, zich ook de ‘Arme Hindoes! Ze konden slecht tegen ons klimaat. Ze liepen kou op in de barre winter van 1914, zowel in de loopgraven als in de schuren van de legerkampen. Eén van hen, die mij wel aardig vond, tikte ’s avonds bij ons aan het raam. We aarzelden om hem binnen te laten. “Mama” zei hij tegen mijn grootmoe die toen bij ons inwoonde.
“Ik Mama, heel koud” en hij hoestte om zijn woorden kracht bij te zetten. Mijn moeder liet hem dan binnen. Hij ging naar de keuken, stond stilletjes bij de kachel in zijn tuniek tot aan de knie met knopen op de schouders. Als hij zijn portie warmte binnenhad, bedankte hij al buigend en vertrok na me een klein doosje Cheseborough vaseline, waarvan ik de preventieve werking niet kende, of een paar sigaretten, die mijn moeder mij meteen afnam.’

Meer informatie…