De Eerste Wereldoorlog voor de Japanners uit Canada
Een diepgaande studie van de namen op de grafstenen van de militaire begraafplaatsen bevestigt de universele dimensie van de Eerste Wereldoorlog in de Pas-de-Calais. In de militaire hoek van de gemeentelijke begraafplaats van Aix-Noulette vallen drie grafstenen op. Naast elkaar rusten Kichimatsu Sugimoto (gedood op augustus août 1917), Tagakichi Fukuï (gedood op 21 september 1917) en Yoïchi Kamakura (gesneuveld in de gevechten op 26 augustus 1917 bij Lens, aan het eind van de veldslag bij Punt 70).
Kamakura wordt op 1882 in Japan geboren. Hij vertrekt in 1908 naar Canada. Hij ontvangt een militaire onderscheiding op 4 juli 1917. De deelname van Japanse Canadezen aan de Eerste Wereldoorlog is een verhaal apart in deze sombere periode.
De Japanners vestigden zich vanaf het eind van de jaren 18870 in Canada, Brits Columbia om precies te zijn. In augustus 1914, als de oorlog uitbreekt, wensen deze Japanse Canadezen in dienst te treden in het Canadese leger, om hun trouw aan hun nieuwe vaderland te bewijzen. Ze worden onvoorwaardelijk naar huis gestuurd. De meest vastberaden vrijwilligers vertrekken naar West-Canada. 196 Japanners worden uiteindelijk opgenomen in Engelstalige bataljons in Alberta en vertrekken naar Europa. Het 52e bataljon telt in 1916 42 Japanners: 14 sneuvelen en zijn begraven in Aix-Noulette, Maroeuil, Vimy, Aubigny… Van de 196 vrijwilligers keren 55 nooit terug naar Canada.
Sergeant Mitsuï
Een andere Japans-Canadese – of Canadees-Japanse – soldaat onderscheidt zich tijdens de Derde Slag bij Ieper in het 10e infanteriebataljon en later op de heuvelrug van Vimy in april 1917. Sergeant Masumi Mitsuï, geboren op 7 oktober 1887, woonachtig in Port Coquitlam bij Vancouver, ontvangt in Vimy de Militaire Medaille. Vervolgens vecht hij bij het Canal du Nord in september 1918. Terug in Canada krijgt hij, evenals de andere Japanse oud-strijders, in 1931 stemrecht. Hij bouwt een welvarende kippenfokkerij op… die tijdens de Tweede Wereldoorlog samen met zijn andere bezittingen in beslag genomen wordt. Na de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 wordt hij van zijn gezin gescheiden en opgesloten in een kamp, zoals 22.000 andere Japanse Canadezen, als ‘vijandelijke vreemdelingen’. Bij verschijning voor een veiligheidscommissie smijt de oud-strijder zijn medailles op de grond en schreeuwt “Waar zijn ze goed voor!”. Pas in 1985 verontschuldigt de Canadese regering zich voor de tegen de Canadese bevolking van Japanse afkomst ondernomen acties. Op 2 augustus van datzelfde jaar steekt Masumi de vlam van het oorlogsmonument uit 1920 in Stanley Park, Vancouver, weer aan. Een monument ter ere van de soldaten van Japanse afkomst, gesneuveld tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De vlam werd na Pearl Harbor gedoofd. Sergeant Mitsuï overlijdt op 22 april 1987, een paar maanden voor zijn honderdste verjaardag. Op 8 september 2003 wordt David Mitsuï, Masumi’s kleinzoon, door de Canadese Michel Gravel uitgenodigd om deel te nemen aan de onthulling van de Place McKean in Cagnicourt, Frankrijk. Masumi had deelgenomen aan de strijd in deze zone.
Ook de Japanse Canadezen maken deel uit van de geschiedenis van de Pas-de-Calais…